|
De Camargue is een moerasgebied in de Zuid-Franse
Rhônedelta. Bij veel mensen is het bekend als de streek waar duizenden flamingo's
in de ondiepe meren voedsel zoeken en ook het land waar witte paarden en
zwarte stieren overal redelijk vrij rondlopen.
In de zeer waterrijke Camargue vinden we een aantal behoorlijk grote meren
(étangs) en lagunes. Het hele gebied wordt doorsneden door sloten en kanalen.
In het Étang de Vaccarès, waar de meeste flamingo's te vinden zijn is het
water brak. Het meer is slechts een tot twee meter diep: een biotoop waar
kreeftjes en dus ook de flamingo's zich bijzonder in thuis voelen.
De Camargue is een waar paradijs voor veel (water)vogelsoorten en een prachtige
foerageerplaats voor trekvogels. Het is een beschermd natuurgebied, waar
alle dier- en plantensoorten met rust worden gelaten. Hierdoor kunnen ook
insecten (muggen, knudjes) zich ongestoord voortplanten: berucht zijn de
enorme wolken stekende arábi's in de voorzomer.
Door het vele water is het land niet bepaald geschikt voor de landbouw:
er kan slechts in de drogere delen in het noorden wat rijst worden verbouwd.
Het zuid-oostelijk deel van de Camargue is met zijn uitgestrekte zoutpannen
(salines) sinds mensenheugenis de grootste zeezoutwinplaats in Europa.
Het hele natuurreservaat heeft slechts twee woonkernen met in totaal ongeveer
7500 inwoners: Saintes-Maries-de-la-Mer en Salins-de-Giraud.
Het bijzondere van de Camargue is dat er door de jaren heen werkelijk niets
verandert aan het landschap. Het blijft geheel puur natuur: eindeloze meren,
uitgestrekte rietlanden met hier en daar rondom een enkel huis wat begroeiing
en op de brakke vlaktes de typische zeekraal. Alleen de kleuren veranderen
met de seizoenen.
|
Als je wilt weten wat je zoal tegenkomt
als je rondrijdt in de Camargue, klik dan op een afbeelding om alle foto's
van een onderwerp te zien.
|
Riet, riet, riet ... |
Meren, sloten en poelen |
Vlaktes |
Hutje, huisje, bomenrij |
Toeristen, zoutbergen en roest |
Dieren, vooral stieren! |
Nog meer roest: een herdenkingsmonument
Op de weg van Saint-Gilles naar Cap d’Agde staat rechts langs de weg
een 'stuk roest'. Zeer onopvallend. Iedereen rijdt er met minstens 100
kilometer per uur langs. De weg loopt direct na Saint-Gilles door eindeloze
gras-, graan- en rijstvelden. Een stuk roest?
Op 6 april 1940 werd in Frankrijk door de regering in Vichy per decreet
het rondtrekken van nomaden bij de steden geheel verboden. In begin 1942
werd het eerste concentratiekamp voor Zigeuners in Saliers (een dorp net
buiten Saint-Gilles) gebouwd en dat werd in november 1942 'in gebruik
genomen'. Er was in de barakken van 4x8 meter 'plaats' voor tien tot vijftien
Zigeuners. In de barakken was geen elektra, geen riolering, geen stromend
water, nauwelijks verwarming. In de jaren tot de sluiting kwamen veel
geïnterneerden om, door ziektes, uitputting door ondervoeding, door koude.
Bij de 'nieuwkomers' werden de kinderen 'uitgeselecteerd' en direct op
transport gesteld naar Duitsland. In augustus 1944 was het kamp per abuis
doelwit van een luchtaanval door de geallieerden. Het kamp werd zwaar
beschadigd, maar het bombardement had wel tot gevolg dat een groot aantal
geïnterneerden kon ontsnappen en zich in veiligheid kon brengen. 15 oktober
1944 werd het kamp gesloten.
De resten van het kamp werden pas in 1952 vernietigd. Heden ten dage groeit
op de plek waar de gruwelen hadden plaats gevonden rijst en staat langs
de weg een gedenkteken. In 2006 (!) besloot het stadsbestuur van Arles
tot oprichting van dat gedenkteken. Het werd vervaardigd door de Franse
kunstenaar Jean-Claude Guerri. Het sculptuur verdient het om bij stil
te staan, niet alleen om de geschiedenis te leren kennen en de mensen
die daar moesten leven en sterven te gedenken, maar ook om het aangrijpende
beeld langdurig te verkennen.
|
 |
 |
 |
 |
|