 |
In Jemen woedt al jarenlang een zeer
bloedige, wrede en uitzichtloze burgeroorlog. We vernemen weinig over
de vreselijke toestanden in dat land omdat de covid-pandemie in de
media terecht alle aandacht voor zich opeist. Slechts af en toe komt
er uit dat land wat nieuws tot ons en dat is werkelijk onthutsend.
Er sterven als gevolg van de oorlog dagelijks honderden mensen en
kinderen, niet alleen door het oorlogsgeweld, maar vooral van de honger.
Als ik die berichten op televisie zie of in de krant lees denk ik
terug aan de paar weken dat wij er waren in 1995.
Spanningen tussen de verschillende stammen in het uitgestrekte berg-
en woestijnland waren toen ook al voelbaar. (Lees Doelwit Jemen.)
Die spanningen ontstonden toen eigenlijk alleen door onvrede met het
centrale gezag. Vanaf het moment dat er bij de grens met Saudi-Arabië
olie werd gevonden, begonnen buitenlandse mogendheden (de Verenigde
Staten en Saudi-Arabië) zich ermee te bemoeien, omdat die bang waren
dat die oliewinning in handen van de in Jemen aanwezige terreurgroeperingen
zou vallen. De centrale regering steunde die buitenlandse bemoeienissen.
Veel stammen in het oosten van het land waren het daar niet mee eens
en de onrust daar werd gevoed door Al Qaida en de IS die er al jarenlang
sympathisanten hebben. Ze kregen bovendien steun van Iran, dat wapens
en geld leverde, en zo werd de burgeroorlog een regionale oorlog.
Met alle gevolgen van dien.
Ik denk dan aan de leefomstandigheden in de tijd dat wij er waren.
Die waren toen allerberoerdst, niet alleen in de hoofdstad, maar ook
en vooral op het platteland. Overal was er een schrijnend gebrek aan
hygiëne, mede veroorzaakt door het gebrek aan goed, betrouwbaar water.
Wij konden in dat jaar die ellende goed zien en moesten tegelijk genieten
van de vriendelijkheid van de bevolking, de prachtige architectuur
en de schitterende berg- en woestijnlandschappen. Toen we er waren
met ons reisgezelschap hadden we allen het idee dat wij de mensen
daar een beetje konden helpen door met onze uitgaven de plaatselijke
economie te bevorderen.
Ik vraag me nu af hoe het nu gaat met de mensen die we toen ontmoet
hebben. Om mijn herinneringen op te frissen heb ik nu de foto's die
ik toen gemaakt heb geprobeerd te verbeteren en een beetje te ordenen
in vier categorieën: |
De serie Allerhande laat foto's zien
die mij opvielen op onze rondreis door Jemen. Vaak kijk ik naar details
– niet alleen van huizen - en maak er dan een foto van. Soms trekt
de kleur van iets me aan, soms zijn het ongewone combinaties van kleuren
en materialen.
Er was een gebeuren dat mij in het bijzonder trof. Er was een auto
tegen een loslopende ezel aangereden. Deze was op slag dood. Door
de chauffeur van de auto werd de ezel naast de weg gesleept. Onmiddellijk
kwamen er tientallen, misschien wel honderdtallen, hongerige gieren
op af. Een schouwspel om nooit te vergeten heb ik toen vastgelegd
op de gevoelige plaat.
(Veel van de afdrukken van deze serie heb ik moeten bijwerken omdat
de negatieven bij het ontwikkelen in Jemen door een hevige zandstorm
waren beschadigd. Sommige negatieven waren zelfs dermate beschadigd
dat er vrijwel niets meer verbeterd kon worden. Bovendien waren de
foto's en de negatieven niet goed gefixeerd, waardoor er zeer hinderlijke
verkleuringen zijn ontstaan.) |
Het land kent een aantal totaal verschillende
landschappen.
-- Aan de Rode Zee de bloedhete Tihama-woestijn.
-- In het westen en het noorden is het zeer bergachtig. De hoofdstad
Sana'a ligt op 2200 meter hoogte.
-- In het zuiden ligt het 'Lege Kwartier' van de Arabische woestijn
met daardoorheen de oude zijderoute van de Hadramaut naar 'Het Verre
Oosten'. |
|