Op herhaling door Albanië - 4 |
Van Himarë naar ... |
Er gaan een paar dagen voorbij en de situatie
in Griekenland verandert nauwelijks: Tsipras heeft uitstel gekregen en daarop
heeft zijn minister van financiën Varoufakis besloten te vertrekken om de
onderhandelingen met Europa te vergemakkelijken. Ik heb begrepen dat Dijsselbloem
in Griekenland en dus ook door Varoufakis als het veel te veel van de Grieken
eisende Europa wordt gezien. De hand in eigen boezem steken komt bij de
Grieken nooit op. Overigens wil de grote meerderheid van de Grieken niets
weten van de grexit.
Omdat wij van dit uitstel horen en omdat de toeristen de officiële mededeling
krijgen dat ze bij de banken gewoon zouden kunnen pinnen, besluiten wij
onze reis naar Noordoost Griekenland voort te zetten.
Voordat we vertrekken krijgen we van iemand op de camping nog wel een uiterst
vervelend verhaal te horen. De Albanese drugsmaffia heeft kortgeleden in
buurt van de grootste wietplantages van Europa in de buurt van Gjirokaster
een bij het ontmantelen van die plantage dienstdoende agent door het hoofd
geschoten. De politie is nu met alle middelen druk doende om de daders op
te sporen. We kunnen dus verwachten dat we, als we langs Gjirokaster komen,
uitgebreid gecontroleerd worden en misschien wel worden ondervraagd. Het
weerhoudt ons er niet van om richting Ohrid te vertrekken. |
 |
Klik op de kaart om deze te vergroten
Voor wij Himarë verlaten moeten we bij de
Raiffeisenbank even pinnen. Wij moeten even wachten voor dat mogelijk is.
Uit het niets komen er twee politieauto's aangeracet waar een aantal zwaar
bewapende agenten met kogelvrije vesten uitspringen. Zij rennen naar de
plaats waar een paar seconden later een geldauto stopt. Als de weg veilig
is bevonden door de agenten haasten de geldlopers zich naar binnen om geld
te brengen of op te halen. Een paar tellen later zitten ze weer in de auto
en spoeden ze zich met zijn allen naar een bank elders. De mensen op straat
kijken niet op of om. Het is daar kennelijk de gewoonste zaak van de wereld.
Als ze mij verteld hadden dat het een bankoverval was, had ik het ook geloofd!
Als wij van Himarë wegrijden laten we zeer, zeer donkere wolken achter ons. |

Het prachtig gerestaureerde, zeer oude Byzantijnse kerkje in de vlakte van Delvinë bij Vanë
|

Regen boven de vlakte van Delvinë met het dorpje Vanë
|

Het onweer achtervolgt ons
|

Aan de overkant van de vlakte van Delvinë regent het al
|
We gaan eerst richting Sarandë en dan de
bergen over naar het rivierdal van de Drino. Onderweg haalt het onweer ons
in en het regent daarbij onbehoorlijk. Zo erg dat de zwaar gepantserde geldophaalwagen
en de begeleidende politieauto's aan de kant gaan staan en de bui afwachten. |

In de stortregen op de pasweg naar het dal van de Drino
|
Over de pas wordt het in het dal gelukkig
weer droog, maar we rijden wel weer donkere luchten tegemoet.
Langs de westkant van de Drino liggen aan de voet van de kilometerslange
bergrug tot aan Gjirokaster ongeveer om de twee kilometer dorpjes die als
twee druppels water op elkaar lijken. |
Voor we bij Gjirokaster aankomen worden we
door zwarte mannen met bivakmutsen, kogelvrije vesten en kalasnikofs tegengehouden.
Ze groeten ons vriendelijk en als ze zien dat we Nederlanders zijn mogen
we gewoon doorrijden. Het verhaal van de man op de camping blijkt dus wel
degelijk geen verzinsel te zijn. |

Hopelijk hebben de mensen in Gjirokaster elektriciteit; er is duidelijk iets mis met de centrale
|
Na Gjirokaster moeten we nog een paar keer
voor 'controleposten' stoppen, maar ook daar hebben we geen enkel probleem.
Het gaat de politie duidelijk niet om het smokkelen van drugs, want dan
zouden ze wel hashhonden gebruiken. Ze zoeken mensen. |

Waar de Drino en de Vjosë samenstromen
|

Regelmatig zijn er bij hevige regenval bij Tepelenë overstromingen
|
Voor Tepelenë gaan we precies als vorig jaar
langs de Vjosë. De Vjosë kabbelt als een klein helder beekje naast ons. |
De Vjosë bij Dragot
Na een uurtje zijn we bij Këlcyrë. Vorig
jaar noemde ik dit dorp Përmet. In Albanië is zo'n vergissing snel gemaakt
want de namen van de dorpen staan helemaal nergens vermeld, ook niet op
de wegenkaart. |

De hoofdstraat in Kelcyrë
|

Boeren uit de omgeving bieden hun groenten aan langs de weg
|

In heel Albanië tref je ongelooflijk veel bruidsjurkenwinkels aan
|

...en ook veel kunstbloemenwinkels; deze worden op de plaats gelegd waar doden zijn gevallen in het verkeer
|
Het kost ons daar ongeveer een uur om in
een 'restaurant' iets te eten te krijgen. Ilse wil het, omdat alles zo idioot
lang duurt, zelf gaan klaarmaken. Echt waar! Wat is er nou in vredesnaam
zo moeilijk om sla, tomaat, komkommer, paprika en kaas op één bord te krijgen?!
Na Këlcyrë begint het weer te regenen en niet zo zuinig ook. Voordat we
in Përmet zijn is de Vjosë veranderd in een drabbige rivier en een halfuurtje
verder is het een geweldige modderstroom. |
De Vjosë wordt bruin

De Vjosë ís bruin
|

De modder ís bruin; je schijnt er goed in te kunnen vissen!
|
Het dal blijft, ondanks het slechte weer, erg mooi
Hoe anders was het vorig jaar! (Zie de foto’s
van Albanië 1)
Bij Çarshovë gaan we de bergen in naar het noorden, richting Korçë. |

De oude school in Çarshovë
|

We kunnen het lezen, maar toch jammer dat we hier niets van begrijpen
|

In Çarshovë staan de geiten op stal
|

De paarden grazen ook in de regen door
|
Het regent nog steeds en dat maakt het autorijden
er bepaald niet gemakkelijker op. De 'weg' gaat met 10 tot 15% steil omhoog,
is puur smal, erg kronkelig, met hier en daar wat asfalt. Links van ons
een gapende afgrond. Er wordt beneden ons langs de rivier een nieuwe weg
aangelegd en dat is dus beslist geen overbodige luxe. Het zal echter nog
wel een tijdje duren voordat daarover gereden kan worden. Er moeten overal
tunnel(tje)s worden geboord en erg veel materiaal om mee te werken is niet
voorhanden. We zien twee walsen en een stuk of tien zandauto's. Wat er bínnen
in de tunnels gebeurt kunnen we uiteraard niet zien. Ik moet wel zeggen
dat de Albanezen in het algemeen hard werken (voor bitter weinig geld). |
Leskovik: de was

Leskovik heeft nog niets aan stadsvernieuwing gedaan
|

Sommige bewoners van die vreselijke huizen proberen hun deel op te fleuren (!?) met een kleurtje en bloemen
|

Wie fotografeert er nou het ophangen van de was?
|

Een merkwaardig bouwsel; een oude winkel- of marktgalerij, een paardenstal?
|
De bergweg waarover wij rijden verandert
na de pas in een bospaadje, veel meer is het niet. Ergens komen we op die
weg een tegenligger (de enige en nog wel een Nederlander) tegen. Hij is
die morgen van het Meer van Ohrid vertrokken. Wij zeggen desgevraagd dat
de weg naar Çarshovë er niet beter op wordt en hij zegt precies hetzelfde
over de weg naar Korçë. Voor ons allebei dus geen goed nieuws.
Nog meer slecht nieuws krijgen we ook nog van hem te horen: de camping aan
het Meer van Ohrid, ons reisdoel, bestaat niet meer! De camping lag in een
Werelderfgoednatuurbeschermd gebied en moest worden afgebroken. Onbegrijpelijk,
want het was een moderne eco-camping. Hij is echt met de grond gelijkgemaakt,
maar er is nog wel water en elektra. Je zou er dus eventueel nog kunnen
overnachten. On-be-grij-pe-lijk!
We vervolgen onze weg met wat vragen in ons achterhoofd. Waar moeten we
nu naartoe? Het is inmiddels al een uur of vijf en komen langs een camping.
We rijden toch maar stug door, tot we ons realiseren dat Korçë met nog zo’n
dikke honderd kilometer voor de boeg, vandaag, met twintig kilometer per
uur, harder kunnen we echt niet, een onhaalbare kaart is.
We keren om, wat op het doorweekte bospad nog niet eens zo makkelijk is
en gaan terug naar de camping, echt in 'the Middle of Nowhere'. Daar worden
we verwelkomd door de campinghoudster die, enigszins verontschuldigend,
meedeelt dat de camping € 10.00 kost. Per persoon? Nee, per twee personen
en inclusief ontbijt morgen! |

De leukste camping waar we ooit terecht zijn gekomen
|

Het zwembad en het plas- en washok
|

Over de beek kun je ook onderdak huren
|

De camping met overal beschaduwde zitjes; niet voor ons: het giet!
|

De forellenkwekerij met het restaurant
|

De forellenkwekerij
|

Het buitenzitje van het restaurant
|
Het blijkt de leukste camping te zijn waar
we ooit zijn terechtgekomen. Het is eigenlijk een echte boerencamping. Volledig
selfsupporting. Op de boerderij hebben ze eenden, kippen, ganzen, schapen,
geiten en koeien. Die laatste lopen vrij over de camping rond! Nee, varkens
zijn er niet, want Albanië is een moslimland, al merk je er eigenlijk nergens
iets van. Verder is er een forellenkwekerij, een eindeloos grote moestuin
met alle soorten groenten en een boomgaard met o.a. heel speciale kleine
zoete kersen.
We eten in het restaurant. Binnen. Buiten is het inmiddels acht graden!
Binnen brandt de houtkachel. |

De gelagkamer
|

Buiten is het acht graden; binnen brandt de kachel!
|
Het avondeten kost ons ook de kop niet: €10,00.
Lamsvlees met verse groenten en zelfgemaakte rode wijn. Witte wijn hebben
ze niet. Teruglopend naar de bus blijkt het in het donker toch niet zo grappig
dat de koeien vrij over de camping lopen! Die nacht is het verdomde koud.
We gaan zelfs onder het dons slapen. |
|