De dag begint al vroeg, want vandaag
hebben we een ritje naar het klooster in Shigatze. Op de kaart lijkt
de afstand daarnaartoe een kippeneindje, maar in Tibet is alles in
werkelijkheid erg ver en zeker als het vervelend weer is, is het geen
pretje om in een hobbelbus over niet al te beste wegen te rijden.
Dus ... vroeg op pad naar de Tashilunpo-tempel van de Panchen Lama's.
Het weer is op dit overweldigend mooie traject trouwens op en af.
Heel af en toe een nare motregen, maar gelukkig toch ook wel zo nu en dan
een beetje zon. |
De weg loopt in het dal van de Brahmapoetra.
Ooit was hier een elektriciteitsverbinding. |
Echte sikkelduinen door verstuiving van het rivierzand. |
Even de benen strekken en iets drinken. |
Onderweg maken we nog een korte fotostop
om te zien hoe drie Tibetanen in een yakkano de wildstromende rivier
oversteken. Het ziet er spectaculair en zeer primitief uit, maar de
drie slagen erin met droge voeten aan de overkant te komen. Op dat
moment dringt, meer nog dan in de Boeddhistische tempels, het besef
door dat we in een totaal andere dan onze wereld zijn terechtgekomen. |
Geploeter in een veerpont. De yakhuiden zijn over een houten geraamte gespannen.
Bij aankomst bij de tempel proberen
we de op dat moment miezerende regen een beetje te stoppen door bij
de poort aan de grote bel te trekken en daarmee de (regen)goden aan
te roepen om te stoppen met die nattigheid. Wie weet helpt het!
De tempel herbergt in een zeer kleine ruimte een prachtig Boeddhabeeld
van ruim 18 meter hoog! Het moet haast wel dat deze Boeddha binnen
ter plekke is gemaakt of dat de tempelruimte later om de Boeddha is
gebouwd. Heel merkwaardig!
Onze gids vertelt veel over de tempel en dit keer gaat lang niet alles
het ene oor in en het andere weer uit. Soms weeft hij een grapje (?)
door zijn verhaal, of misschien gelooft hij het wel echt. Het was
ons ook al opgevallen dat er bijzonder veel honden rond het klooster
rondlopen. Die honden zijn volgens de gids mislukte monniken. Hun
reïncarnatie heeft niet gebracht wat ze er tijdens hun leven van gehoopt
hadden. Ze hebben gewoon als monniken niet genoeg hun best gedaan
en zijn als honden teruggekomen op aarde! |
Enkele niet gereïncarneerde monniken. |
Het hele tempelcomplex is tamelijk
nieuw, zeker de stoepa voor de laatst overleden Panchen Lama, want
die dateert uit 1990. Op een aantal plaatsen wordt er bij het complex
nog gebouwd. We krijgen niet te zien of het nieuwbouw is of dat gerestaureerd
wordt wat door de Culturele Revolutie is vernield. |
Ongelooflijk! |
Wat we wél zien is dat bij de bouw
zeer grote, natuurstenen blokken worden gebruikt van ongeveer 80 bij
35 bij 35 centimeter. Die blokken worden door tengere vrouwtjes via
een trap de bouwplaats opgedragen. Dat kunnen ze haast niet voor hun
plezier doen, maar ze zingen er wel degelijk bij. Tsja!? |
Ongebreidelde kleurenpracht bij de ingang van de tempel. |
Een mandela bij het binnentreden van de tempelruimte. |
Kruipdoor, sluipdoor rondom de tempel.
De kleuren van de stoepa zijn zeer
bijzonder: het stenen gedeelte van de muren is fel oranje en het hogere
deel donkerbruin. Dat bruin is levend bruin. Aan de buitenzijde worden
tegen de binnenmuur houtbossen gestoken. De 50 centimeter lange houtbossen
dienen voor de isolatie en beschermen tegelijk de binnenmuur. Erg
lang gaat het hout niet mee, zodat het houtwerk iedere 10-12 jaar
vernieuwd moet worden. |
Het kloostercomplex ziet er 'organisch' gegroeid uit.
Dit is geen pan, maar een soort gong, waarop met een stuk hout wordt geslagen om de monniken te waarschuwen, bijvoorbeeld dat het tijd is voor een gebed, het avondeten e.d. |
Na de tempel gaan we de Tibetaanse
wijk van Shigatze in. Het is in feite een grote brede straat met aan
weerszijden winkeltjes en in het midden allemaal marktkraampjes. Het
is een geweldige markt waar ze werkelijk van alles en nog wat verkopen:
yakboter, gedroogd en vers yakvlees, geitenvlees, schapenvlees, potten,
pannen, gebedsmolentjes en natuurlijk veel meer religieuze zaken en
verder nog enorme hoeveelheden van wat wij 'troep' of 'rommel' noemen. |
Snuffelen op de markt. |
Yakvlees, vers en gedroogd.
Een wolwinkel en de Winkel van Sinkel.
Shigatze is een stad die geheel ommuurd
is en boven de stad staat op de muur een imposant fort, de dzong.
Voor ons is dat helaas te ver de berg op om het te gaan bezichtigen
en wij gaan dus maar een hapje eten op de markt met uitzicht op de
dzong. We eten buiten in het zonnetje! De (regen)goden hebben ons
gebed (via de bel aan de kloosterpoort) kennelijk verhoord!
Het eten met uitzicht op de levendige, authentieke Tibetaanse markt
is erg gezellig, maar om nu te zeggen dat het eten daar goed zou zijn
is overdreven. We durven, eerlijk gezegd, ook niet zo goed onze tanden
te zetten in de ons voorgezette maaltijd. We vragen ons hevig af hoe
hier het eten bereid wordt. We hebben namelijk het idee dat er met
de hygiëne nogal gemakkelijk wordt omgesprongen ...
De markt zelf is ons volgende doel: we zúllen en móeten toch met iets
typisch Tibetaans naar huis terugkeren. Als we de markt afstruinen
loopt een aantal zeer hinderlijke bedelaressen rond ons. Ze hebben
allen stinkende kindertjes in een draagdoek op hun rug. Trouwens,
bij hunzelf staat de kleding stijf van het yakvet, waardoor ze ook
niet bepaald fris ruiken. We willen ze niet van ons afslaan, maar
negeren kan ook weer niet. Het geweten knaagt behoorlijk!
We voelen ons op de een of andere manier een beetje schuldig, maar
dat weerhoudt ons er toch niet van om ons best te doen om mooie dingen
te vinden. En als je de tijd neemt om die te zoeken, vind je heus
altijd wel iets. En als je dan iets gevonden hebt naar 't zin, begint
het afdingen. Afdingen móet en is een sport apart!
Van ons gezelschap gaat de meeste aandacht uit naar Boeddhabeeldjes.
Vreemd genoeg zijn die eigenlijk belachelijk duur, misschien wel omdat
ze echt oud zijn, maar zeker ook omdat er de meeste vraag naar is
bij toeristen. Wij hebben weinig op met de beeldjes: Ilse zoekt en
vindt ergens een 'deurlap' gedecoreerd met de 'knoop van oneindigheid'.
Die koopt ze niet omdat ze vindt dat die veel te duur is. En dat zal
ook wel zo zijn, want verderop vindt ze eenzelfde doek die wel 50x
minder kost. Echt waar! 50 maal goedkoper! Die koopt ze dus wel. |
Mijn kandelaar. |
Ik vind iets wat ik helemaal niet in
Tibet zou verwachten: een oeroude koperen kandelaar! Ik heb in heel
Tibet geen kaars gezien, alleen maar vetpotjes! Kandelaars verzamelen
is al jaren een hobby van mij, dus de koop is snel gesloten, ook al
betaal ik, denk ik, teveel. |
Vrachtrijders wachten met hun karretjes op een vrachtje. |
Toch vreemd: geen enkele auto op straat. |
We keren de markt de rug toe en gaan
op zoek naar een theehuis. Een theehuis vinden in Shigatze valt helemaal
niet mee. Thee is een erg gewilde drank bij Chinezen, maar Shigatze
is kennelijk nog niet zo erg 'verchineest'. Na lang ronddolen vinden
we, nee, geen theehuis, maar een echte patatbakker! Echte Vlaamse
friet! Is dat Belgische invloed in Tibet?
Door al dat ronddwalen hebben we in ieder geval wel heel Shigatze
goed kunnen verkennen. Conclusie: buiten de Tashilunpo-tempel en de
markt en niet te vergeten de patatbakker, stelt de stad niet veel
voor. |
Shigatze is beslist geen mooie stad, maar ligt wel schitterend. |
|