Albanië | Van Butrint naar Gjirokaster |
Klik op de kaart om deze te vergroten
We besluiten om door te rijden naar Gjirokaster
en, als we dat halen, daar te overnachten. We moeten daarvoor weer terug
naar Sarandë waar we ons opnieuw verbazen over het aantal leegstaande
gebouwen. Na Sarandë gaan we de vlakte in en komen uit in Delvinë. Vandaar
moeten we de weg zien te vinden naar Gjirokaster.
We rijden ongeveer vijf keer in de stad heen en weer langs een steeds
verbaasder kijkende groenteboer. De weg waar we op rijden gaat over in
een werkelijk onberijdbaar steenslag pad met enorme heuvels en dalen.
We keren om en vragen een agent op het stadsplein de weg. Hij begrijpt
ons helemaal niet en wij begrijpen hem ook niet, maar we concluderen uit
zijn bewegingen dat we weer terug moeten naar Sarandë en vandaar een andere
weg moeten nemen. We blijken inderdaad bij een rotonde in de buurt van
Sarandë de verkeerde afslag te hebben genomen. Niet zo heel erg verwonderlijk,
want het richtingbord is alleen voor tegemoetkomend verkeer te lezen.
'Het Blauwe Oog' is een bezienswaardigheid onderweg die we niet mogen
missen. Dat staat tenminste in de gids. We hebben geen idee wat dat precies
moet zijn. Er staat gelukkig ergens een houten richtingaanwijzer en we
volgen de weg die daardoor aangegeven wordt tot een akelig mooi groen
meertje. Voor de slagboom bij de dam door dat meertje staat een meneer
met een pet op. We mogen niet verder zonder te betalen. De entree kost
ons nog geen 50 eurocent per persoon en dan kunnen we verder.
'Het Blauwe Oog' blijkt eigenlijk niet meer dan een grote picknickplek
te zijn, midden in het dichte bos en met een snelstromend riviertje langs
alle cafeetjes en restaurantjes die daar zijn. Er is helemaal niemand
en de cafeetjes liggen allemaal ongezellig in de schaduw. Die macht snel
stromend water is natuurlijk wel altijd een mooi gezicht en geluid.
|

Snelstromend - Het is bijna een waterval |

Het echte Blauwe Oog |
'Het Blauwe Oog' is ook nog iets veel subtielers
ontdekken we als we teruglopen naar de geparkeerde auto. Er komt zomaar
in het bos ergens een grote hoeveelheid water met belletjes naar boven.
Het schijnt dat de bubbeltjes soms metershoog uit het water naar boven 'schieten'.
Dat hebben we dan niet meegemaakt.
De weg naar het dal van de rivier de Drino gaat verder door een prachtig
golvend landschap. |
 |
 |
Dan rijden we door het dal in de richting
van Gjirokaster op zoek naar een kampeerplek, want de tijd begint echt te
dringen. De uitstekende grote weg loopt langs allerlei dorpjes, maar we
vinden niets geschikts. Enigszins benauwd wordt het voor ons dan ook als
in Gjirokaster nergens een plekje te ontdekken valt. We rijden maar op goed
geluk de stad uit en komen bij een meertje met op een eilandje een restaurantje.
Ilse vraagt op het eiland of we kunnen overnachten en of het daar veilig
is. We kunnen er overnachten en het is er erg veilig en helaas is er niets
te eten. "Maar aan de overkant is een restaurant dat wel open is en
daar kun je ook goed staan". We worden nog wel gewaarschuwd dat het
daar 'levendig' is. We hobbelen naar de overkant van het meer en daar is
een groot restaurant, waar alleen maar dure Mercedessen voor de deur staan.
Het is inmiddels bijna donker en we maken daarom onze bus op de parkeerplaats
daar klaar om te kunnen slapen en gaan in het restaurant eten. Verbazingwekkend
lekker en niet duur!
En dan willen we gaan slapen. Daar komt niet echt veel van. Op de heuvel
blijkt namelijk vlak boven ons een feestzaal te zijn waar zeer luide Albanese
muziek (dat wel!) wordt gemaakt tot een uur of vier 's nachts! Bovendien
is het op onze parkeer-/kampeerplaats een va et vient van auto's. Waarschijnlijk
trekken bij die feestzaal ook nog andere dingen dan harde muziek de aandacht!
Op onze kampeerplaats is het die nacht inderdaad zeer 'levendig'! |
--- Wat wij onderweg nog meer tegenkwamen --- |
Syri i Kalter ('Het Blauwe Oog')
Het brede dal van de Drino
|