Egypte
Deel 3

Vanaf het stadje Bawiti in de Bahariya-oase konden we de Western Desert pas echt goed ontdekken. Tot dit stadje werden we eigenlijk overal langs gereden. We brachten twee nachten door in Hotel New Oasis en daardoor kregen we de gelegenheid om alles goed te bekijken en ook datgene wat we al gezien hadden even te laten bezinken.

Bawiti was op het eerste gezicht niet bepaald interessant, maar als je eenmaal in het oude gedeelte van het stadje rondliep en verdwaalde in de smalle steegjes met de lemen huizen bleek het zeker wel de moeite waard.

Hoewel er nog wel degelijk mensen wonen was het meer een 'ruïnedorp'. Leem mag dan wel een ecologisch verantwoord bouwmateriaal zijn, het is tegelijk erg kwetsbaar. Het moet wel degelijk goed onderhouden worden. Een probleem van leem is dat als die te droog wordt het geheel krimpt en afbrokkelt en als de leem te vochtig is die vloeibaar wordt en weg 'loopt'. Ook het stro dat bij de bouw door het leem gemengd wordt heeft bepaald geen eeuwig leven. Gelukkig regent het niet vaak in de woestijn!

We zagen dat er helaas behoorlijk wat huizen vervallen waren. Maar we hoorden ook dat de mensen die er woonden liever zouden wegtrekken om naar een nieuw stenen huis te gaan. De huizen waarin nog gewoond werd, werden overigens natuurlijk wel goed onderhouden.


De minaret van de moskee in de oude stad zag er nog het beste uit. We vroegen ons af waarvoor de uitstekende palen aan de buitenkant dienden. Een ons steeds volgend jongetje legde – met handen en voeten – uit dat die dienden om planken over te leggen, dan kon men erop gaan staan voor het onderhoud van de buitenkant, zoals bijwerken en kalken. Gezien de staat van de balken leek mij dat een behoorlijk gevaarlijke klus.

Wat verder op de dag gingen we een tochtje maken in en rond de Bahariya-oase. In de oase schenken de bewoners nauwelijks enige aandacht aan planten en bloemen. De enige bloemen die in de oase staan zijn van wilde begroeiing.



Alles draait in de vruchtbare oase om landbouw. Net buiten de oase verandert het landschap dramatisch: van overal groen om ons heen naar alleen maar rots(jes) en vreselijk dor zand.



In die enorme, dorre zandvlakte rees ineens de zogenaamde 'Piramideberg' op. Het was voor ons volkomen duidelijk waarom die berg zo heet. Hij rijst hoog boven de zanderige laagvlakte uit en hij heeft van alle kanten het aanzien van een ronde piramide. De berg is opgebouwd uit allerlei verschillende gekleurde lagen gesteentes. Voor geologen is deze streek zeer interessant.

Ook zijn in deze omgeving de resten van een dinosaurus gevonden. Het was daar echter ongeveer 50 graden en het leek ons vanwege die temperatuur niet raadzaam om die steile berg te beklimmen om naar fossielen te gaan zoeken.


We reden verder en kwamen in een nog vreemder landschap terecht. Overal om ons heen lagen gitzwarte kegelvormige bergen en heuvels tussen het lichte zand. Men noemt deze streek voor het gemak de 'Zwarte Woestijn'. Al die heuveltjes en heuvels zijn van vulkanische oorsprong.

Één heuvel, eigenlijk meer een berg, steekt hoog boven alles uit: de 'Big Black Mountain'. Deze berg was ondanks de hitte voor ons toch wel vrij gemakkelijk te beklimmen, omdat er een paadje naar boven liep. Het was wel nogal steil en behoorlijk 'glissig', want het paadje bestond voornamelijk uit losse steentjes.


Eenmaal bovenop de 'Black Mountain' had je een prachtig uitzicht over de 'Zwarte Woestijn'. Zo ver je kon kijken lagen er allemaal kleine vulkaantjes.

In de Tweede Wereldoorlog hadden de Engelsen hier een observatiepost. Het is zeker een logische plek om de wijde omgeving in de gaten te kunnen houden. Voor vijanden was het schier onmogelijk om ongemerkt te passeren.



Het was overdag zo heet dat onze Toyota regelmatig overkookte. Dat betekende wachten, soms wel lang, tot de motor weer afgekoeld was en we weer verder konden.

Tenslotte kwamen we bij een hot spring die niet zo heet was als die waar we eerder op de dag waren langsgereden. Deze was 'maar' 37 graden. We namen een bad en het water voelde echt koud aan. Echt verfrissend konden we het toch niet noemen, maar je kon er in ieder geval wel even het woestijnstof van je afspoelen. We deden dat onder groot vermaak van de dorpelingen die van heinde en verre kwamen aangerend om ons in ons ondergoed in het water te zien poedelen.


Toen we na het bad naar het hotel terugreden zagen we onderweg in de verte een zandstorm. Gelukkig kwam die niet onze kant op.



<-- Egypte: Deel 2 Egypte: Deel 4 -->


© Ben de Graaf Bierbrauwer

Reacties naar benilse@quicknet.nl
https://bgbpix.nl