Het reisdoel na Biwati was de 'Witte
Woestijn'. Onze weg ging dus verder naar het zuiden van de Bahariya-oase.
De dorpjes waar we onderweg langs en door reden zagen er allemaal
een beetje hetzelfde uit: lage lemen huisjes, dicht opelkaar. Het
landschap veranderde echter wel degelijk. We lieten de 'Zwarte Woestijn'
achter ons en dat was ook aan het landschap te zien. We zagen steeds
minder zwarte heuveltjes en ze lagen meer verspreid. |
We maakten nog even een ommetje door
de zandwoestijn om te picknicken en tegelijk wat uit te rusten. De
Toyota's hadden het weer erg moeilijk en ook die moesten even bijkomen
en afkoelen. Wijzelf deden dat in een kleine oase onder de palmen.
Het was daar gelukkig veel koeler dan in de woestijn, waar het weer
ongeveer 50 graden was. De mensen die daar woonden waren enorm blij
dat er weer eens iemand langskwam. Buitenlanders kwamen daar helemaal
nooit. |
Na de pauze, toen de Toyota's en wij
weer verder konden, kwamen we onverwacht bij een sneeuwwitte berg:
'The Crystal Mountain'. Ongelooflijk! Mooi! Mooi! Mooi! |
Ook de bodem eromheen was sneeuwwit
alsof er sneeuw lag: een kalklaag die over de bodem was gewaaid en
zich in de loop der eeuwen had vastgezet. Op die keiharde 'sneeuw'
lagen overal zwarte afgeronde steentjes. Die 'kiezels' waren loodzwaar.
In de reisgids lazen we dat ze van ijzerpiriet waren. |
Van de 'Crystal Mountain' mocht je
niets meenemen naar huis. Je mocht de kalkrots zelfs niet eens aanraken!
Ik kon het niet laten om wel een paar 'kiezels' van piriet mee te
nemen. |
Tegen de avond kwamen we bij de echte
'Witte Woestijn'. We kwamen werkelijk ogen tekort om al die fantastische
door de wind gevormde kalkrotsen te bewonderen. |
Het was eigenlijk te donker om te fotograferen.
Gelukkig bleven we tussen die natuurwonderen slapen, zodat we de volgende
dag alles verder zouden kunnen verkennen en foto's zouden kunnen maken. |
|