Het was een onvergetelijke nacht in
de 'Witte Woestijn'. Slapen onder de blote hemel is sowieso al een
bijzondere ervaring. Het was nieuwe maan dus we konden de eindeloze
hoeveelheden sterren veel beter bekijken dan in Nederland met al die
lichtverontreiniging. Vooral het aantal vallende sterren dat we zagen
was opvallend.
Maar het onvergetelijke zat 'm meer in iets anders: er was beweging
in het dierenrijk. Geluiden van roofvogels (?) en gehuil van en geblaf
van honden(?) in de verte. Er kwam ook regelmatig een woestijnvos
langs. Hij maakte me wakker door aan me te snuffelen. Ik schrok daar
toch wel van. Ik keek hem recht in de ogen. Hij schrok ook van mij
en ging daarna verder op zoek naar iets wat te eten zou kunnen zijn.
Daarmee maakte hij ook andere reisgenoten wakker.
Er waren trouwens al meer medereizigers wakker geworden doordat er
een paar gigantische schorpioenen een schuilplaats zochten onder hun
dekens. Iedereen werd erbij gehaald om die toch wel gevaarlijke beesten
van het kampement weg te krijgen. Een prik van een schorpioen is bepaald
geen pretje!
Van slapen kwam dus niet al te veel. Maar eigenlijk was dat helemaal
niet zo erg, want nu konden we de zonsopkomst tenminste wakker meemaken. |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
Doordat er steeds meer licht kwam,
van schemering achter de horizon tot volle zon, zagen we het landschap
van minuut tot minuut wakker worden: de kalkrotsen veranderden van
zwarte spookachtige vormen langzaam via grijsblauw naar fonkelend
wit! Werkelijk sensationeel!
Al te lang konden we er helaas niet van genieten, want we moesten
vandaag nog een aardig eindje rijden. Vandaag was het einddoel de
oase van Kharga. Dus … inpakken en wegwezen!
Stiekem maakten we nog wel behoorlijk wat omweggetjes tussen de kalkbergen
door, zodat we nog wat langer konden genieten van dit natuurfenomeen. |
Na een paar uurtjes rijden stopten
we midden in Farafra. Onze aandacht werd daar getrokken door beelden
die langs de kant van de weg in een 'tuin' voor een huis stonden. |
 |
 |
 |
 |
 |
Het waren beelden van de bekende Egyptische
kunstenaar Badr. Hij had zijn huisatelier omgebouwd tot een museum
en maakte beelden van allerlei materialen. Wij vroegen ons af of het
echte kunst was. Een vreemde vraag misschien, maar die twijfel werd
opgeroepen door de beelden van Badr zelf. Hij maakt hoofdzakelijk
beelden van mensen die in de oase bezig zijn met hun dagelijkse arbeid.
Het zijn eigenlijk allemaal karikaturen. Het karikaturale zat 'm voornamelijk
in de fantastisch uitgewerkte koppen van de figuren. Al met al, kunst
of geen kunst, misschien volkskunst, maar toch zeker wel de moeite
waard om een tijdje bij stil te staan.
Na het museum van Badr struinden we nog heel even door het oude dorp.
Ook hier woonden nog steeds hele gezinnen tussen de ingevallen lemen
huizen.
In een smal straatje vermaakten twee jongetjes zich met een spelletje
dat ik mij nog uit mijn kindertijd herinnerde. Pinkelen! Hun spelregels
waren precies hetzelfde als die van ons in 1945! Ik wist werkelijk
niet dat dat spelletje nog bestond! Het is natuurlijk wel best geschikt
voor mensen die geen geld hebben te besteden voor speelgoed. Erg goedkoop!
Je speelt het met minstens twee spelers en je hebt alleen maar een
stokje van ongeveer 75 centimeter nodig en een pinkelhoutje. Dit is
een kort stukje hout dat aan beide zijden puntig is gesneden. |
 |
Verder reden we de hele middag door
de woestijn naar Dachla. Best wel een saaie rit want er was onderweg
in die lange rit helemaal niets te beleven. Het enige dat we tegenkwamen
waren kleine zandheuveltjes op de weg. Dat gaf heel af en toe wat
ongemakken met het busje waarin we reden. De Toyota hadden we in Farafra
achtergelaten en omgeruild voor een busje. Dat begon als die door
het zand reed nogal gemakkelijk te schuiven. Gelukkig kwamen we zonder
narigheid bij het hotel in Dachla. |
|