Herinneringen aan Kreta

Chóra Sfakión (Sfakiá) in 1989

In 1989 waren we weer in de buurt van Chóra Sfakíón. We zijn toen met vrienden naar Samariá gegaan. Het was een regelrechte afknapper, vooral voor onze vrienden. Alles was overal gericht op massatoerisme.

We gingen met een grote veerboot van Sfakiá naar de Kloof van Samariá. Op de boot waren vier-, vijfhonderd toeristen die ook éven de kloof wilden doen. Op die veerboot werd voornamelijk geklaagd over de slechte koffie en dat er veel te weinig zitplaatsen in de schaduw waren.

Voor ons was er onderweg genoeg te zien: diepe kloven en natuurlijk Loutró dat herinneringen aan onze voettocht daarheen opriep, en ook een vissersbootje dat op de terugtocht van Samariá was.



Bij de kloof van Samaríá was een heus dorp ontstaan met cafeetjes, restaurantjes en souvenirwinkeltjes. Een groot aantal toeristen liep direct daarnaartoe en slechts een honderdtal ging de kloof in. De meesten daarvan haakten al af voordat ze bij het kerkje op de helft van de kloof waren.




Het was allemaal echt jammer maar helaas. Het gevoel van verwondering bestond er absoluut niet meer voor de toeristen. In de loop van de jaren is duidelijk een ander soort Kretabezoekers gekomen. Enfin, bijna iedereen ging weer tevreden terug naar Sfakiá. Wij ook!


Voor ons was er namelijk bij de boottocht na de minpunten wel een groot pluspunt bijgekomen: in de bergen boven Loutró ontwaarden we een nieuw reisdoel. Een wit dorpje: Anópolis (= hoge stad).


We zijn daar de volgende dag een kijkje gaan nemen. Vanuit Sfakiá ga je naar het westen en je komt dan bij een splitsing: links het geitenpaadje naar Loutró, dat nu bijna een echt voetpad is, en rechts naar Anópolis. Loutró lag er nog net zo bekoorlijk bij als wij eerder hadden gezien. Het was alleen een beetje uitgebreid met enkele niet al te grote hotels.


Loutró hadden we al 'gedaan' en wij gingen dus rechtsaf. De weg naar Anópolis gaat door een bijna kaal, rommelig, rotsblokkerig landschap.


Eigenlijk was de weg alleen goed begaanbaar voor geiten. Die waren er dan ook in grote hoeveelheden. De weg maakt deel uit van het Europese lange-afstandswandelsysteem. Het is een schitterend doorgaand bergpad van West- naar Oost-Kreta. Wij zijn er ook maar een eindje gaan lopen en we kregen daar weer het echte ouderwetse Kreta-ontdekkingsreizigersgevoel: leegte, geiten, prachtig uitzicht naar de grijswitte Witte Bergen en af en toe gammele bruggetjes over ijselijk diepe kloven.


Er zijn namelijk in dit gedeelte van Kreta veel kloven, dat hadden we al vanaf de boot gezien. Sommige vinden wij van bovenaf zelfs mooier dan die van Samariá, alleen "die zijn niet zo nauw en donker dat je zelfs overdag de sterren aan de hemel kunt zien!"


We kwamen een herder tegen die per se samen met ons op de foto wilde en even verderop waren twee herders bezig de geiten te melken met als doel de melk in het ravijn te gooien. Een voor ons onbegrijpelijke bezigheid, niet dat melken natuurlijk, maar wel het weggooien van al die melk. Ik vroeg wat ze deden. Schouderophalend zeiden ze zoiets van: "De geiten moeten gemolken worden ..." Ik begreep er nog steeds niets van.


Er bleek na Anópolis nóg een dorpje te zijn, zo mogelijk nog nietiger dan Anópolis: Aradiána. Dat 'plaatsje' had wel een kerkje met een mislukt koepeltje. Helaas was het kerkje op slot en we konden niemand vinden die ons naar binnen kon helpen.



In Aradiána waren er tot onze verrassing warempel ook nog twee plekjes waar we hadden kunnen overnachten. Dat deden we niet omdat we 's morgens al besloten hadden dat we verder zouden trekken naar Mátala.



<-- Lees terug Lees verder -->


© Ben de Graaf Bierbrauwer

Reacties naar benilse@quicknet.nl
https://bgbpix.nl