Vanzelfsprekend gingen we na het museumpje
nog wat verder rondkijken in het dorp. Tot onze verrassing bleek er
een heus haventje te zijn aangelegd bij de riviermonding. Veel bootjes
lagen er niet. Er lag ook een vissersbootje voor anker buiten de haven
wat verder op zee. |
Die tekst is een reden voor mij om ... te fotograferen! |
De kerk. |
|
Er kwam bij het zien van dat bootje
ineens een ongelooflijk bizarre herinnering naar boven. In 1964 lag
er op precies dezelfde plek ook een vissersbootje. Misschien was dit
bootje wel dezelfde. Die bootjes gaan letterlijk eeuwen mee. In 1964
mochten we van de dorpsbewoners niet in zee. Er was namelijk een zeer
grote haai gezien en die zou gevaarlijk kunnen zijn voor zwemmers.
Eerst geloofden we de mensen niet, tot we zelf die haai zagen. Hij
was werkelijk enorm. De kop van het monster zagen we vóór het bootje
en zijn staart eráchter. Hij was dus echt meters groot! Hij bleef
er de hele week rondzwemmen. Op het strand lag een dode ezel en de
haai had dat kadaver geroken. Pas nadat de dode ezel was weggehaald
verdween de haai. De mensen in het dorp zeiden tegen ons dat als we
gingen zwemmen we toch nog erg voorzichtig moesten zijn, want doordat
de haai daar gezwommen had, was er een groot aantal hondshaaien op
de loer komen liggen om eventuele etensresten van de grote haai te
kunnen bemachtigen. Wij hebben toen voor alle zekerheid maar besloten
om naar een ander strand te gaan: het palmenstrand van Vaď. |
|
In Myrtos heb ik bij het strand
langs het pad richting Váthos ook in 1962 een beetje gegraven. Toen
wij er waren werd er een begin gemaakt met een echte weg van Myrtos
naar Váthos. Er kwam een bulldozer en die stuitte op de resten van
een Romeins huis. Die bull veegde een heel deel van dat Romeinse huis
het strand op. Ik ben toen 's avonds gaan kijken wat er allemaal weggeveegd
was en zag tot mijn verbijstering dat een mozaďek gedeeltelijk was
komen bloot te liggen. Veel steentjes waren zomaar op het strand geschoven.
Omdat de muur van het huis was verdwenen, zag ik ook dat de centrale
verwarming van het huis nog geheel intact was. Ik heb er toen wat
foto's van genomen. |
|
|
De volgende dag ben ik een beetje
in de aarde die door de bulldozer was verplaatst gaan wroeten en vond
toen een ivoren fibula (kledingspeld). Ondertussen ging de bull vrolijk
verder met zijn verwoestende werk. De keren dat ik later in Myrtos
kwam was er van de Romeinse villa vrijwel niets meer terug te vinden.
In 2007 zag ik echter dat er een stukje huis weer zichtbaar was gemaakt. |
Het idee dat er iets aan het Romeinse
huis gedaan was, deed ons vermoeden dat er ook iets aan de opgraving
van Villa Pýrgos gedaan moest zijn. Men had op Kreta immers altijd
veel meer aandacht voor de Minoďsche tijd gehad dan voor latere tijden.
Vol verwachting gingen we dus de heuvel op naar de Villa. |
Myrtos gezien vanaf de heuvel van Villa Pýrgos. |
De weg omhoog naar waar het grootste deel van Villa Pýrgos is blootgelegd. |
Start van de rondleiding over de opgraving. |
Boven bij de woning van de 'gouverneur'. |
Kamers van het huis van de 'gouverneur'. |
Gang in het huis. |
Muur waarop het huis is gebouwd. |
Uitzicht naar Fourno Kourifi. Deze opgraving ligt op de heuvel achter de witte kassen. |
Wateropslagplaats? Afvalput? |
Einde excursie. |
Het viel ons bij de Villa niet tegen,
hoewel er na ons laatste bezoek eigenlijk erg weinig veranderd was.
De opgraving was duidelijk voltooid. Het enige wat enigszins tegenviel
was het ontbreken van enige informatie bij de blootgelegde resten.
Gelukkig wisten wij dankzij de informatie die we hadden gekregen via
het Allard Piersonmuseum in Amsterdam het een en ander te duiden
(Zie Herinneringen aan Kreta 5).
Na ons uitgebreide bezoek aan de Villa Pýrgos probeerden we bij Fóurno
Kourífi, dat op een heuvel vlak in de buurt van de Villa ligt, naar
boven te gaan. |
Uitzicht vanaf Fourno Kourifi naar Villa Pýrgos en Myrtos. |
Fóurno Kourifi was een stad die gelijk
met Villa Pýrgos is gesticht en ook recent was opgegraven. Vast wel
een interessante plaats voor ons om te bekijken. Het werd een mislukte
excursie: bij de opgraving bleken ondoordringbaar doornige struiken
en een hoog groot roestig hek voor ons een te grote hindernis om ook
maar iets van de opgraving te kunnen zien.
Na deze tegenvaller reden we door naar Ierápetra. We dachten aan de
woorden van de vrouw van de schoolmeester. Misschien waren daar voorwerpen
van 'mijn' opgraving te zien in het museum.
Zoals tegenwoordig in alle kleine musea kon je wel naar binnen, maar
werden verder "alle zalen opnieuw ingericht". Dat kan inderdaad wel
het geval zijn, maar dat je het museum niet in kan is in ieder geval
het gevolg van een gebrek aan geld. Als de zalen inderdaad opnieuw
zijn ingericht dan gaan ze toch nog niet open. Er is namelijk sowieso
geen geld om suppoosten toezicht te laten houden op de kostbaarheden
uit de Oudheid.
In de hal van het museum zat een nors kijkende, maar uiterst vriendelijke
vrouw die ons duidelijk maakte dat het museum wel degelijk gesloten
was. |
|
We mochten nog wel een paar foto's
maken van een fraai marmeren Grieks beeld en een aantal Minoďsche
sarcofagen die ergens in een donker hoekje in de hal stonden. Het
beeld had vanwege de symbolische voorwerpen op het hoofd duidelijk
kenmerken die duidden op Egyptische invloed. Was het de godin Isis? |
Doordat het museum gesloten was werden
we op onze zoektocht naar voorwerpen uit Villa Pýrgos toch wel enigszins
gefrustreerd. Waar was de gipsen bank gebleven? Waar was de pythos,
waarvan ik een scherf wilde teruggeven? Waar waren de vondsten die
de schoolmeester uit Myrtos aan het museum had gegeven? Ik had gehoopt
de antwoorden in het museum van Ierápetra te kunnen vinden.
Vragen dus, die alleen maar kunnen worden opgelost als we nog een
keer naar Kreta zouden gaan en dan maar hopen dat het museum open
is! De scherf heb ik weer mee naar Nederland genomen. |
|