Noord-Griekenland 2018 |
1 - Pélla |
Deze zomer hebben we twee weken doorgebracht
in Kateríni, een plaatsje aan de Aegeïsche Zee zo'n 70 kilometer ten
zuiden van Thessaloníki. Het is in de afgelopen jaren gegroeid tot
hét handels- en toeristencentrum van de regio.
Kamperen in het stadje is echt onmogelijk. Ons vroegere kampeerplekje
op het rangeerterrein bij het station ligt nu middenin bewoonde wijken.
We hebben daarom dit keer onze 'bus' neergezet op een kleine, zeer
prettige camping in Paralía (= strand), het strand van Kateríni.
Paralía wordt overlopen door goedkoop vakantievierende Bulgaren en
Roemenen met alle gevolgen van dien. Er wordt daar nauwelijks Grieks
gesproken! Daar is gelukkig op camping 'Kristí' helemaal niets van
te merken, die ligt twee kilometer uit het lawaaiige dorp met aan
de ene kant een drooggevallen moeras en aan de andere kant, direct
naast de camping, een zeer deftig, duur en daardoor weinig bezocht
middelgroot hotel.
Die camping was een ideale uitvalsbasis voor ons: Pélla, Vergína,
Díon en Philíppi, de voornaamste plaatsen die we wilden bezoeken,
zijn over goede snelwegen gemakkelijk te bereiken. |
|
De weg naar Pélla vanuit het zuiden
is een snelweg geworden. We moeten wel weer de twee brede rivieren,
de Aleiakmóna en de Axíos over. Er liggen nu twee zeer brede bruggen,
waarvan die over de Aleiakmóna alweer aan restauratiewerkzaamheden
toe is. |
De nieuwe brug over de Aleiakmóna. |
Het land - lang geleden een moeras - vanaf de opgraving gezien. |
Op de plek waar Pélla ligt is het,
als we er zijn, zeer warm en vochtig. De opgraving zelf ligt als een
kale vlakte zo'n tien meter boven de landbouwgrond eromheen. In de
tijd van Alexander de Grote was Pélla min of meer een eiland in de
moerassige delta. Het museum van Pélla, dat we nog nooit hebben bezocht,
ligt weer iets hoger, middenin het huidige dorp. We gaan eerst, voor
het te heet wordt, de opgraving op. |
De opgraving van Pélla.
Er is sinds de laatste keer dat we er rondstruinden duidelijk wel
het een en ander veranderd: destijds was men overal bezig met opgraven
en restaureren. Het ziet er nu uit of dat allemaal 'klaar' is. Er
wordt nergens meer gewerkt. Nu is het zomerseizoen natuurlijk ook
niet de tijd om opgravingen te verrichten. Daarvoor is het zeker deze
zomer (2018) echt veel te heet: 32 tot 37 graden! Wij hebben echter
ook echt het idee dat er helemaal niet meer gegraven gaat worden.
De opgraving oogt af! Wél is er in het zuiden van de opgraving 'iets'
bijgekomen wat we nog niet eerder gezien hebben.
Alexander de Grote had altijd grootse plannen en het lijkt erop dat
de 'projectontwikkelaars' van Pélla daardoor geïnspireerd zijn geweest.
Bij de ingang van de opgraving worden we door de dienstdoende 'terreinknecht'
gewaarschuwd dat we het zuiden maar voor het laatst moeten bewaren;
we zullen wel merken waarom! Hij wil ons beslist de beroemde kiezelmozaïeken
laten zien en die liggen er nu in het noorden bij de agora prachtig
bij! Voor ons is het duidelijk dat hij de laatste opgravingen in het
zuiden veel minder belangrijk vindt. Wij komen echter niet alleen
voor de kiezelmozaïeken, maar ook voor de graven die we daar bij een
vorig bezoek hebben zien openen. We zouden dus sowieso naar het noorden
gaan, omdat ik wil weten wat er met al die graven gebeurd is.
De antieke stad Pélla was zeer groot (tweeëneenhalve bij anderhalve
kilometer) en opgebouwd uit allemaal gelijke, rechthoekige blokken
bestemd voor bebouwing, het geheel doorsneden door hoofdstraten van
negen meter breed en gewone straten van ongeveer zes meter breed.
De bebouwing bestond uit overheids- en religieuze gebouwen, werkplaatsen,
opslagplaatsen (Pélla was ook een handelscentrum met een haven), villa's
en gewone woningen, alles ommuurd door een hoge stenen wal met grote,
weelderig versierde toegangspoorten. Ook de gigantische Agora was
met 70.000 vierkante meter (!) ingebed in dat geometrische blokkenpatroon.
De villa's hebben vanwege hun rijkdom aan kiezelmozaïeken bij de archeologen
verreweg de meeste aandacht gekregen. Een villa bestond uit een groot
aantal gelijkvloerse kamers, die vaak met vloermozaïeken versierd
waren. De bekendste villa in Pélla is de Dionysosvilla. We kunnen
alles uitgebreid bekijken: wij zijn de enige bezoekers! |
|
|
Links: Geometrisch kiezelmozaïek in de Dionysosvilla.
Rechts: Hier lag in de Dionysosvilla in het midden van de kamer het
kiezelmozaïek "De Leeuwenjacht". Dit mozaïek is overgebracht naar
het nieuwe museum. |
Een van de kamers van de Dionysosvilla. Bij de binnenplaats heeft men de Ionische zuilen gevonden en weer opgericht. |
De zuidelijke buitenmuur van de
Agora. Hier is duidelijk aan de muuroverblijfselen - en ook aan de
vondsten die daar gedaan zijn - te zien dat er daar ook werkplaatsen
en winkeltjes waren. |
Toen wij er eerder waren was men daar
bezig graven bloot te leggen. Om de graven te kunnen bestuderen hadden
de archeologen bij het opgraven het oorspronkelijke wegdek weggehaald.
Uit de vele verschillende manieren van begraven is duidelijk geworden
dat Pélla al vele eeuwen vóór Alexander de Grote bewoond was. De graven
die wij hebben zien openen zijn bestudeerd en daarna 'dichtgegooid'
en men heeft toen weer het oorspronkelijke wegdek er overheen aangebracht.
Veel van de artefacten uit de graven zijn nu te zien in het museum.
Ook heeft men enige graven daarnaartoe overgebracht. |
Stadsarchief. |
Hier werden in
de Oudheid verzegelde documenten bewaard. Voor de zegels gebruikte
men gewone klei. In dit grote gebouw werden bij de blootlegging talloze
archiefstukken en zegels die in de Oudheid werden gebruikt gevonden.
De brand bij de inname van de stad door de Romeinen heeft ervoor gezorgd
dat die voorwerpen gebakken werden en zo voor de eeuwigheid bewaard
bleven. |
Links: Het linkerdeel van het grootste
mozaïek in Pélla. Het stelt de roof van Helena door Theseus voor.
Rechts: Het middendeel van het kunstwerk is ook goed behouden. Het
rechterdeel is echter behoorlijk beschadigd. |
Een detail van 'De Roof van Helena". |
De paardenmenner Forbas wordt mede
door de schaduwwerking zeer levendig weergegeven. Het moet gezien
het beperkte kleurenscala van kiezelstenen een geweldige klus geweest
zijn. Het is gemaakt door de voortreffelijke mozaïeklegger Gnosis,
ongeveer 300 jaar voor Christus. Er waren in Pélla speciale kiezelmozaïek-leerscholen
en -werkplaatsen. Men werkte waarschijnlijk naar schilderingen die
in het hele land bekend waren. Er zijn echter helaas nooit schilderingen
gevonden. |
Bij de originele mozaïeken op de
opgraving zijn gefotografeerde miniatuurtjes te zien zodat men gemakkelijk
een overzichtelijk beeld krijgt van de blootgelegde vloeren. |
Links: Het vloermozaïek 'De Hertenjacht'.
De afbeelding is een geweldig staaltje van het kunstenaarschap van
Gnosis. Let op de dieptewerking bij de figuren door het goed berekende licht-donker
gebruik van de kiezels. Die dieptewerking vergroot de levendigheid
van het geheel. Rechtsboven staat - vertaald - "Gnosis heeft dit gemaakt".
Rechts: Het miniatuur van 'De Hertenjacht'. |
Links: Het vloermozaïek 'De Strijd
van de Amazonen'. Opvallend is het gebrek aan techniek in dit mozaïek.
De dieptewerking is bijvoorbeeld geheel afwezig, waardoor het een
plat plaatje is geworden.
Rechts: Het miniatuur van 'De Strijd van de Amazonen'. |
Uiteindelijk komen we na het noorden
op het nieuwe opgravingsgedeelte, in het zuiden dus. Het is daar in onze
ogen een merkwaardig geheel geworden. Men had werkelijk grootse plannen
en heeft daarom tegelijk een groot museum en een bezoekerscentrum
gebouwd met café en restaurant. Tussen de klassieke overblijfselen....!
Volgens ons is het geen succes geworden: het ligt er allemaal heel
erg verlaten en vooral stoffig bij.
De gebouwen uit de Oudheid die in het zuiden uitgegraven en gerestaureerd
zijn, zijn zeker wel de moeite van het bekijken waard. Het blijkt
dat de overblijfselen in deze sector veelal resten zijn van Romeinse
oorsprong. Van de Hellenistische periode is hier vrij weinig te vinden. |
Pottenbakkerij. |
Uit de resten van de pottenbakkerij
kan men afleiden dat de Macedonische pottenbakkers zich eerst lieten
inspireren door de Attísche vazen - er waren veelvuldig contacten met
Athene - en langzaam overgingen naar een lokale, meer eigen vormgeving.
Hetzelfde geldt vanzelfsprekend ook voor de beeldhouwkunst en andere
kunstvormen. |
Badgelegenheid. |
Het publieke badhuis stamt uit het
laatste kwart van de vierde eeuw voor Christus. Het werd tot het eind
van de tweede eeuw voor Christus door de Grieken en Romeinen steeds aangepast
aan de 'eisen van die tijd'. Nu kan men dus goed zien hoe gedurende
die eeuwen de ontwikkelingen waren op het gebied van de Griekse en
Romeinse badgewoonten. Het was het eerste badhuis met installaties
om de vloer te verwarmen. Het idee om de vloer te verwarmen komt ongetwijfeld
uit een Romeinse koker. Helaas ging er ook veel verloren bij de grote
aardbeving aan het begin van de eerste eeuw voor Christus. |
In het stadje Pélla draait alles om Alexander III (de Grote). |
Het museum van Pélla.
Het museum is voor ons misschien wel de grootste verrassing van onze
rondreis door Noord-Griekenland, zeker niet alleen vanwege de inhoud,
maar meer nog door de briljante wijze waarop de dingen zijn tentoongesteld.
De belichting is overal perfect en alle voorwerpen kunnen gemakkelijk
van dichtbij maar ook van veraf bekeken worden. Dat heeft men op een
slimme manier gedaan: boven de kiezelmozaïeken is een loopbrug gebouwd.
Zo kan men naar beneden kijkend het hele mozaïek overzien.
Niet alle originele mozaïeken zijn naar het museum overgebracht. Er
zijn er op de site achtergebleven en die kunnen dus niet worden tentoongesteld.
Daar heeft men echter een prachtige oplossing voor gevonden in het
museum: op de vloer heeft men op ware grootte een geweldige kleurenfoto
van het mozaïek gelegd. Het klinkt onwaarschijnlijk, maar de foto
is door de wijze van tentoonstellen en belichten niet van een origineel
kiezelmozaïek te onderscheiden!
Aan het slot van onze rondgang door het museum zijn we bijna vergeten
dat Pélla de geboorteplaats van Alexander de Grote was en alles in
deze plaats zelfs nu nog eigenlijk om hem draait. Er is in de betrekkelijk
korte tijd van de 'grote jaren' van Pélla, zo'n twee-, driehonderd
jaar (van het midden van de 4e eeuw tot 168 voor Christus), veel meer
gebeurd dan alleen de geboorte van Alexander en zijn opgroeien aldaar.
Dat besef dringt tot je door als je de tentoongestelde voorwerpen
goed hebt bekeken. Er valt in het museum met maar weinig dingen een
directe link te leggen naar de Grote Alexander, maar wél met de geweldige
bloeitijd van de stad, de hoofdstad van het Macedonische koninkrijk.
Die bloeitijd eindigde met verovering van de stad in 168 voor Christus
door de Romeinen. Een alles verwoestende aardbeving in het begin van
de eerste eeuw voor Christus betekende abrupt het einde van Pélla. |
Om bij mozaïeken voorwerpen, mensen,
dieren van elkaar te scheiden werd door de mozaïekzetter vaak een
uiterst dunne loodstrip gebruikt. De kiezelmozaïeken van Pélla zijn
alle rond 300 voor Christus gezet. |
Kiezelmozaïek. Hert aangevallen door een leeuw (?). |
Kiezelmozaïek. 'De Leeuwenjacht'.
Een van de topstukken van de kiezelmozaïeken in het museum. Het komt
uit de hal van de Dionysosvilla. Waarschijnlijk stelt het Alexander
de Grote en zijn 'vriend' Krateros op leeuwenjacht voor. |
Kiezelmozaïek. Dionysos zittend op een panter. |
Roodfigurig aardewerk, duidelijk geïnspireerd door Attisch werk.
Originele beeldjes met hun mallen. |
Kleine beelden werden van klei gemaakt
en daarvan werd een mal gemaakt, zodat er replica's konden worden
gemaakt. Een vorm van massaproductie speciaal voor de gewone mens. |
Marmeren beeldfragmenten. |
Terracotta beeldjes. (Speelgoed voor kinderen?) |
Tsja?! |
Borstspeld. |
Ionisch kapiteel uit de Dionysosvilla. |
Kleine marmeren leeuwenkop. |
Marmeren grafsteen met treurende mensen uitgevoerd in hoogreliëf. |
In de graven in en rond Pélla werden
dikwijls (blad)gouden voorwerpen die betrekking hadden op het leven
van de doden meegegeven aan de overledenen. |
Bladgouden kroon. |
Bladgouden kroon. |
Links: Foto aan de wand van het graf op ware grootte zoals het graf
gevonden werd.
Rechts: Het graf met het geraamte is in zijn geheel naar het museum
overgebracht. Het is op dezelfde begraafplaats gevonden als het graf
dat ik heb zien blootleggen (zie Herinneringen,
Deel 3). |
De tentoongestelde voorwerpen zijn
van 'strijders' die tussen 550 en 500 voor Christus zijn overleden.
Ze tonen dus aan dat Pélla lang voor Philippus II en Alexander de
Grote al van groot belang was. |
|