Een nostalgische toer over de Peloponnesos
Deel 12

01 02 03 04 05 06 07 08 09 10
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27 28 29  


Ongeveer 10 kilometer van Gialova ligt in het binnenland een levendig plaatsje: Chora. Het is zeer de moeite waard om daar naartoe te gaan. Er is een museum met de vondsten van opgravingen die in de buurt zijn gedaan. Hier zijn ook de lineair-B-kleitablettten tentoongesteld die het verband hebben aangetoond tussen de Minoïsche beschaving op Kreta en die op deze uithoek van de Peloponnesos.


Die kleitabletten waren in de Minoïsche tijd in gebruik voor de administratie van de goederen die lagen opgeslagen in het Paleis van Koning Nestor. Er zijn daar bij de opgravingen ongeveer 800 gevonden! Ze zijn bewaard gebleven doordat ze bij de verwoesting door brand van het paleis rond 1200 voor Christus zijn gebakken!

De tekens op de lineair-B-tabletten zijn door Michael Ventris, een militaire taalkundige, ontcijferd en hij heeft aangetoond dat de taal die erin gekrast was een vorm van oer-Grieks is.

Het museum is zeker niet het belangrijkste waarom Chora de moeite waard is om naartoe te gaan. Vlakbij het dorpje ligt het zogenaamde Paleis van Koning Nestor ...



De tekenaar heeft deze impressie gemaakt in de tijd van de Jugendstil en dat is duidelijk zichtbaar.

Het is trouwens zeer de vraag of het opgegraven paleis wel het Paleis van Koning Nestor is. De koning leefde namelijk vele eeuwen eerder, maar misschien wel op dezelfde plaats van de huidige opgraving. Er valt daar echt nog heel veel te ontdekken!

De eerste keer dat we bij het 'paleis' kwamen kon je zomaar naar binnen lopen om alles te bewonderen. Je kon zelfs overal zomaar overheen lopen en alles aanraken! Ik heb mij er toen over verbaasd dat bijna geen mens deze geweldig interessante vindplaats kwam bezoeken. Een voordeel voor ons was dat we alles op ons gemakje konden bekijken en fotograferen.

Bij ons laatste bezoek, in 2021, was het allemaal totaal anders. We moesten betalen om binnen te komen en er was geen sprake van dat je over de vindplaats mocht rondlopen. Er was over de hele opgraving een fantastische metalen loopbrug geconstrueerd waardoor je alles van bovenaf kon bekijken. Toch wel een heel ander perspectief dan wanneer je op de opgraving zelf rondkijkt. Een voordeel is zeker wel dat je van bovenaf het geheel veel beter kunt overzien.


Wat bij de opgraving overigens helemaal niet veranderd was, was de uiterst geringe interesse voor het paleis van de vele toeristen. Zij gaan wél graag naar Pylos, maar laten het paleis dus links liggen. Wij waren weer de enigen die een uur lang bij de opgraving rondliepen.



De Troonzaal. Hier stond de zetel van de koning. De ruimte werd gebruikt voor officiële ontvangsten en vergaderingen.
De haard werd waarschijnlijk gebruikt bij godsdienstige rituelen.

In deze ruimtes werden grote hoeveelheden gebruiksaardewerk gevonden, o.a. schenkkannen en drinkbekers.




De magazijnen en winkels voor de voorraad wijn en olijfolie. Deze werden in grote potten opgeslagen.

De trappen naar de hoger gelegen delen van het paleis.





De ruimtes voor de koningin. In het midden het bad met daarvoor de omkleedgelegenheid en erachter haar kamer/zaal met een haard.



Het bad van de koningin. Zeer bijzonder, omdat dit bad het enige bad uit de Minoïsch/Myceense periode is dat in Griekenland is gevonden.
Het bad was aan de binnen- en buitenzijde rijk versierd met allerlei motieven die verwijzen naar de zee.



De kamer van de koningin. Ook hier was de haard waarschijnlijk bedoeld voor rituele handelingen.

In de naaste omgeving van het paleis ligt ook het koepelgraf van de koning. Daar worden op dit ogenblik trouwens nog veel gebouwen uit de Minoïsche tijd blootgelegd. Het is helaas verboden om op de opgraving te komen en die te bekijken, laat staan er te fotograferen! Erg jammer voor ons, want we waren toch wel erg benieuwd wat er nog meer te zien zou zijn uit die oeroude tijden.



Langs de weg van Gialova naar Pylos zijn heden ten dage overal restaurantjes, barretjes, cafeetjes, dancings, nachtclubs, hotels, pensions etc. te vinden, waar vroeger alleen maar moeras en riet was. Kortom het toerisme heeft helaas ook daar het landschap totaal veranderd en niet bepaald aantrekkelijker gemaakt.


Het stadje Pylos aan de zuidelijke oevers van de baai stelt eigenlijk niet zo veel voor. Het is een ronduit gezellige plaats, waar het gewoon plezierig is om te zijn. Rond het grote plein zijn talrijke kafenions, winkeltjes en restaurantjes en op het plein kan je urenlang blijven zitten om van je ouzootje, je metrious of frappé te genieten.


Vroeger werd daar al tavli spelend (backgammon) alleen maar over drachmes en prijzen gepraat. Er kwamen alleen maar bewoners van het stadje, altijd achteloos met de vingers spelend met de komboloi (oranje kralen aan een draadje geregen). Toeristen hebben nu bezit genomen van het plein en de drachme is al lang verleden tijd en zeker 's avonds wordt er alleen nog maar veel bier en wijn gedronken.



Iets buiten het stadje gaat een weggetje omhoog naar een groot fort dat door de Turken is gebouwd en zeker later ook gebruikt is door de Venetianen. Het was ooit een gevangenis en zo geraffineerd gebouwd dat ontsnappen vrijwel onmogelijk was. Het deed in de Tweede Wereldoorlog zelfs ook nog dienst als commandocentrum van de Engelsen.




Enigszins geïsoleerd ligt even buiten het stadje een grote jachthaven waar in de zomer door de beschutte ligging vooral door zeezeilers gebruik van wordt gemaakt.


Zoals overal in Griekenland is ook hier het aantal vissersbootjes de laatste tijd enorm afgenomen. De weinige vissers die hier nog over zijn bieden in de ochtend hun vangsten aan de kade bij het grote plein te koop aan.



De weg van Pylos naar Methoni loopt langs de kust en eindigt in een soort lintbebouwing van het dorpje Methoni. Dat dorp zelf is onbeduidend, maar aan de zeekant staat wel een geweldig imposant strategisch gelegen fort. Waarschijnlijk gebouwd door de Turken en later gebruikt door de Venetianen.


Het bezoek eraan levert een ware ontdekkingsreis op. Via een lange brug komt men bij de hoofdingang.


Binnen de muren zijn er de ruïnes van een stad te vinden, met resten van huizen, poorten, gangen, putten en zelfs een niet eens zo bouwvallig Byzantijns kerkje.



Buiten de poort naar zee is er een bruggetje naar een eilandje met daarop een soort uitkijkpost over zee.













De eerste keer dat we bij dit enorme fort waren hadden we ons tentje opgezet op het strandje aan de voet van het fort. Midden in de nacht werden we opgeschrikt door gewroet naar eten van een das. De eerste en de laatste keer dat we in Griekenland een das hebben gezien! Tegenwoordig staan er op die plek bomen en een paar nogal armoedige strandtentjes en barretjes. Ik denk, ik weet het eigenlijk wel zeker, dat er nu 's nachts geen dassen meer rondsnuffelen.



Het zandkasteel lijkt wel op het echte fort met al die kantelen!


Als men van Methoni naar het oosten wegrijdt en achterom kijkt ziet men pas goed hoe enorm groot het fort op de kaap eigenlijk is.



<--Peloponnesos: Deel 11 Peloponnesos: Deel 13-->


© Ben de Graaf Bierbrauwer

Reacties naar benilse@quicknet.nl
https://bgbpix.nl