Een nostalgische toer over de Peloponnesos |
Deel 26 |
In 1965 waren we voor de eerste keer
in Nemea; niet ín het dorp maar op de opgraving uit de Oudheid. We
kwamen er tegen de avond aan en gingen er tussen de marmeren resten
onder de drie zuilen die nog overeind stonden op een slaapmatje liggen
slapen.
De volgende morgen bekeken we de site uitvoerig en gingen daarna verder
de Peloponnesos in. Het enige dat indruk had gemaakt op de opgraving
waren de drie zuilen en het feit dat we zomaar tussen de opgegraven
resten hadden kunnen slapen. |
|
|
|
Drie jaar later toen we weer langs
Nemea kwamen was er op de opgraving helemaal niets veranderd. We struinden
nog een keer over de site en reden daarna verder naar het zuiden.
Net buiten het dorp gingen we tanken langs de weg. Rondom het tankstation
stonden in de brandende zon ook een tiental vijf meter hoge silo's.
Die waren alle gevuld met rode wijn. Voor minder dan 10 drachmes (1
gulden!) de liter kon je uit die silo's rode wijn tappen met een soort
benzinepompslang. Het was nog aan het begin van onze vakantie dus
we tapten 30 liter in de jerrycan die we normaal voor water gebruikten.
In het vervolg van onze reis hadden we af en toe gebrek aan water,
maar zeker niet aan wijn. Die wijn was zo goed dat we besloten dat
als we nog een keer in de buurt van Nemea zouden komen we daar zeker
weer wijn zouden gaan tanken.
(Volgens echte wijnkenners is de rode Nemeawijn zo ongeveer de
beste wijn die er in Griekenland te krijgen is! Nemea ligt middenin
de wijngaarden en ter plaatse noemt men de wijn nu 'Het bloed van
Heracles'. Dat is een verwijzing naar de mythe dat Heracles hier ooit
gewoond zou hebben en vanaf Nemea de door koning Perseus bevolen werken
had uitgevoerd. Tegenwoordig kan je een groot aantal een-, twee- zelfs
driedaagse wijnrondreizen met proeverijen door de omgeving van Nemea
maken!)
Pas in 2019 kwamen we weer in de buurt van Nemea en we wilden beslist
weer die prachtige rode wijn kopen. Toen we langs de de opgraving
reden herkenden we die helemaal niet. Alles was er compleet veranderd.
Er stond een behoorlijk hoog hek helemaal rondom de opgraving en er
was een echte toegangspoort met een hokje: dus betalen! En ook de
opgraving zelf was onherkenbaar. |
|
|
|
|
Er lagen bijna geen losse stukken marmer
meer. Alles was keurig genummerd, gerangschikt en er was zelfs een
museum. Het was eigenlijk een beetje on-Grieks! Wat nog het meest
vervreemdend was, was dat de archeologen kans hadden gezien om uit
de eertijds rondslingerende brokstukken marmer waartussen wij ooit
geslapen hadden, nog een aantal (zes) zuilen overeind te zetten. Geen
drie zuilen meer, maar negen! Het was bijna weer herkenbaar als een
echte aan Zeus gewijde trempel. |
|
Verder waren er nog veel meer dingen
herkenbaar blootgelegd: een wasplaats met daarbij een Romeinse 'gespreksgelegenheid
annex vergaderplaats' (toiletten!), wat grondplannen van huizen en
een orchestra. Waarschijnlijk was dat laatste niet de plaats waar
de Grieken en Romeinen hun toneelspelen vertoonden, maar een ordinaire
plek waar de boeren het kaf van het koren scheidden. Op die ronde
verharde plaats deden de boeren dat met veel kabaal al rondrijdend
op een door paarden of ezels getrokken soort houten slede met scherpe
punten aan de onderkant. |
Het merkwaardigst op de hele opgraving
was nog wel dat er twee geraamtes in glazen kisten te zien waren,
zeker uit later tijden dan de Griekse Oudheid. Er moet ooit een vroeg-christelijke
kerk op die plek hebben gestaan, maar de archeologen zijn daar niet
zeker van. |
In het voor ons ook nieuwe museum was
zeer veel klein aardewerk tentoongesteld. Er waren ook enkele gouden
'rozen' te zien en daarbij moest ik onmiddellijk denken aan de archeoloog
in Mykinai die iets van goud vond en het schielijk in een linnen zakje
opborg. Er was een kleifiguurtje bij dat ergens veel leek op een 'beeldje'
dat ik in Margarites op Kreta gevonden had en gemaakt was door een
achtjarig dochtertje van de pottenbakker aldaar. Het tentoongestelde
was ruim 2000 jaar eerder gemaakt door een volwassene! |
Helemaal nieuw voor ons was ook het
stadion. Het stadion van Olympia heeft een 'enkelstenig', veel gefotografeerd,
schamel toegangspoortje, maar hier in Nemea is er een heel lange donkere
gang van de ruimte waar de atleten zich voorbereidden op de wedstrijd
naar het stadion met een perfect gebleven start-/eindstreep. |
We bleven ons verbazen op de opgraving
en vergaten zelfs dat we eigenlijk naar Nemea waren gegaan om wijn
in te slaan! |
Pas toen we al een flink eind onderweg
waren van Nemea naar Olympia, dwars door de Peloponnesos, kwamen we
daarachter. Niet zo verwonderlijk, want dwars door de Peloponnesos
wil zeggen dat je over vele bergen moet rijden met zeer kronkelige,
slecht onderhouden, smalle wegen waarbij je beslist al je aandacht
nodig hebt voor de auto en je zeker niet aan wijn moest denken. |
Gelukkig vonden we die avond een taberna
in Langádia waar we ons verdriet over de gemiste wijnaankoop konden
vergeten! Helaas niet met van die heerlijke Nemea-wijn, maar met een
redelijke retsina. |
Onderweg kwamen we overigens ook nog
ergens een onaanzienlijke opgraving van een Dorische tempel tegen
met daarnaast een begraafplaats met een vriendelijk kapelletje. Dat
was in de buurt van Orchemenos, maar de opgraving van Orchemenos zelf
konden we niet vinden. |
Over wijn gesproken. Klik op de afbeelding
van de vrolijke Griekse wijndrinker hieronder en lees Herinneringen van
een Griekenlandreiziger, een artikel dat ik ooit heb geschreven
voor het wijnblad Proefschrift. |
|