Een nostalgische toer over de Peloponnesos |
Deel 21 |
In deze aflevering maken wij een prachtig
'ommetje' naar Sparta en Mystras. Vanuit Gythion kan je over een smalle
maar uitstekende weg gemakkelijk naar Sparta komen.
In Sparta zelf is eigenlijk niet veel te beleven. We zijn er vaak
geweest en wat iedere keer weer opviel was dat er voor een stad met
zo'n roemrijk verleden helemaal niets van dat verleden terug te vinden
is. Er staat wel ergens op een plantsoentje een groot modern beeld
ter nagedachtenis aan koning Leonidas. Na heldhaftig verzet verloor
hij met 300 Spartanen door verraad bij de pas van Thermopilae de slag
tegen het immense leger (100.000 soldaten!) van de Perzische koning
Xerxes (480 voor Christus). |
Dat monument is eigenlijk het enige
in Sparta dat herinnert aan een groot verleden. Toch trekt Sparta
de laatste decennia veel toeristen omdat de stad de uitvalsbasis is
voor een bezoek aan de Byzantijnse stad Mystras, die op een paar honderd
meter van het centrum van Sparta tegen de Taygethos 'geplakt' ligt. |
|
|
Mystras is echt een apart reisdoel
geworden. Vroeger gingen de in de Griekse cultuur en geschiedenis
geïnteresseerde toeristen behalve naar Athene ook 'eventjes' naar
de opgravingen van de belangrijkste klassieke plaatsen Olympia, Delphi,
Korinthe en Mycene. De belangstelling voor het Byzantijnse Rijk (330
– 1453) is echter de laatste jaren enorm toegenomen, waardoor de touroperators
ook de Byzantijnse overblijfselen in hun programma hebben opgenomen.
In Mystras is inderdaad genoeg te zien. In 1968 hebben we er voor
het eerst rondgekeken. Het Paleis voor de Grote Despoot was toen nog
een complete ruïne die vanwege het instortingsgevaar streng verboden
was te betreden. De enige veilige plek waar toen iets te zien was,
was het nonnenklooster Pantanassa. |
|
|
|
|
|
|
|
Het klooster is prachtig gelegen tegen
de steile berg en wordt zeer goed onderhouden door een flink aantal
nonnen. Die zorgden voor een bloemrijke omgeving en keken er streng
op toe dat de mensen die door de poort kwamen binnenlopen hun hoofd,
schouders en knieën bedekt hadden. Zo niet dan kreeg je een kamerjas
aangereikt die je moest aantrekken. Wij moesten die ook aan en dat
leverde bij ons en bij de nonnen veel gelach op, omdat die kleding
niet bij onze grote Noord-Europese maten paste. |
Van het doel van ons bezoek, het bekijken
van het binnenste van de kloosterkerk de Pantanassa, herinner ik mij
werkelijk niets meer! In 2021 zijn we er weer geweest en ik heb daar
helaas vanwege lichamelijk ongemak niet goed kunnen rondkijken. Van
een afstandje heb ik wel kunnen zien dat er bij en om het Paleis van
de Grote Despoot veel was gerestaureerd. Een Nederlandse toerist was
zo vriendelijk voor mij foto's te nemen in de kloosterkerk. |
|
|
|
|
|
Vlakbij Sparta zijn nog wel enkele
resten uit de Oudheid te vinden. We hebben ooit iets ten zuidoosten
van Sparta zomaar ergens bij een bron gekampeerd. Midden in een wild
en verwaarloosd olijvenbos vonden wij een antieke muur met een bron.
Achteraf denk ik dat die muur een deel was van het Menelaon. Dat was
toen nog niet uitgegraven en geheel overwoekerd door pryghada (wild
struikgewas). Het Menelaon is een heiligdom ter ere van de mythische
Spartaanse koning Menelaos. Het is thans geheel uitgegraven, maar
wij zijn er na die ene keer nooit meer wezen kijken. |
|